Beschut wonen

Historiek

Het “Initiatief Antonin Artaud” beschut wonen is ontstaan vanuit de Dienst voor Geestelijke Gezondheidszorg Antonin Artaud. Reeds van bij de oprichting heeft de DGGZ geleidelijk aan een werking ontwikkeld die ambulante begeleiding aanbiedt aan personen die lijden aan zware psychiatrische problemen; vnl. psychotici. Zowel de medische begeleiding als het opvolgen aan huis en de begeleiding van deze personen in het dagelijks leven, zijn belangrijke facetten binnen de intensieve en langdurige aanpak.

Het idee om personen met een psychiatrische zwakheid een volwaardig persoonlijk en sociaal leven te laten leiden binnen hun eigen mogelijkheden, waarbij ze minimaal worden beperkt door hun problemen, staat centraal en uit zich in de ondersteuning op verschillende niveaus.

Na verloop van tijd werd deze manier van aanpakken steeds belangrijker, waardoor het noodzakelijk werd aanvullend personeel ter beschikking te stellen om dit doel te bereiken.

Het was het KB van 10 juli 1990 houdende vaststelling van de normen voor de erkenning van initiatieven van beschut wonen ten behoeve van psychiatrische patiënten dat hiertoe de echte aanzet gaf. Hierdoor werd een gedeelte van de activiteit van de DGGZ rond de begeleiding ten huize van een groep van de patiënten erkend en vertaald in een erkenning van 18 plaatsen individueel beschut wonen in 1994.  Door de jaren heen heeft de VZW een uitbreiding gekregen van 8 bijkomende plaatsen.  Momenteel heeft het Initiatief dus een erkenning voor 26 plaatsen individueel beschut wonen.

Het beschut wonen is ondergebracht in de vzw Initiatief Antonin Artaud. De VZW verbindt 3 groepen op gelijke wijze, m.n. de DGGZ Antonin Artaud, de IRIS-ziekenhuizen Brugmann en Sint-Pieter en een derde partner; een groep personen uit de socio-culturele wereld, extern van de twee eerste partners.

Wettelijk kader

Geïnspireerd door de vermaatschappelijking van de zorg en de rehabilitatiegedachte, heeft de overheid de regulering van beschut wonen vastgelegd in het KB van 10 juli 1990 houdende vaststelling van de normen voor de erkenning van initiatieven van beschut wonen ten behoeve van psychiatrische patiënten. Dit regelgevend initi- atief kaderde in een reconversieplan met het oog op de afbouw van bedden in de psychiatrische ziekenhuizen ten voordele van de uitbouw van psychiatrische verzorgingstehuizen en initiatieven beschut wonen.

Het KB van 10 juli 1990 bepaalt de normen waaraan moet worden voldaan om als initiatief beschut wonen te worden erkend. Het schrijft bijvoorbeeld de regels voor waaraan de woningen moeten voldoen, de normen voor de personeelsbezetting, het teamoverleg, de verwerking van de persoonsgegevens, enz.

Concreet

De begeleiding binnen beschut wonen probeert een levensomgeving mogelijk te maken om te groeien naar autonomie en het hanteren van sociale vaardigheden. Het beschikken over individuele beschutte woningen, t.t.z. verspreide appartementen, laat een veel groter palet van integratiemogelijkheden toe. Elke vraag en persoonlijke behoefte kan met een aangepast voorstel aangepakt worden, rekeninghoudend met hun levensritme en/of hun evolutie.

Een regelmatig terugkerende gedachte in beschut wonen is zoveel mogelijk de autonomie van de residenten en hun vrij gedrag in het dagelijks leven te bewerkstelligen. Van bij de eerste contacten in de begeleiding dienen volgende aspecten niet uit het oog te worden verloren:

  • De begeleiding volgt een tijdspatroon.  In principe staat op het verblijf in beschut wonen geen maximumduur. De begeleiding wordt wel regelmatig geëvalueerd na afgesproken periodes of indien wij oordelen dat de omstandigheden ons daartoe verplichten.
  • Het is de taak maximaal beroep te doen op de capaciteiten en de verantwoordelijkheden van de personen en deze te respecteren.  De beschutte woonplaatsen hebben als doel de overbrugging tussen de werkelijke eisen en de werkelijke capaciteiten van de personen die er verblijven, zo goed mogelijk te laten plaatsvinden. Hiermee wordt bedoeld dat men in beschut wonen de bewoners zo goed mogelijk tracht te laten functioneren in de maatschappij, gebruikmakende van hun eigen capaciteiten eventueel aangevuld met enkele hulpmiddelen, indien nodig. Zij worden op die manier de ‘onderschrijver’ van hun eigen begeleidingsplan. In dit plan zijn de voorwaarden, de in consensus geformuleerde doelstellingen en afspraken van de begeleiding duidelijk omschreven.
  • Alle gebeurtenissen binnen het dagelijks functioneren worden benut als mogelijke kansen op weg naar een toekomstige autonomie en reïntegratie.  Er wordt vooral beoogd concrete en regelmatige contacten te leggen binnen de woonomgeving, in het bijzonder via sociale organisaties en ontmoetingsplaatsen die er zich situeren.  Het is ook belangrijk de bewoner bij te staan in zijn gewenste contacten.
    Het ultieme doel blijft: de zelfstandigheid van de cliënt en de mogelijkheid voor deze persoon om in de toekomst op volledig zelfstandige basis te kunnen functioneren.
  • De taak van de begeleiding bestaat er ook in om het gevoel van eigenwaarde bij de bewoner te behouden.